ApparatuurGalerijSitemap
Diafilm | Diaschermen | Projectoren | Overvloeiers | Software | Polaroid Digital Film Recorder | Nikon Coolscan IV ED | Geluid | Nikkor 35mm
 

De software

 

Wat?

 
  We ontwikkelden onze eigen software, geprogrammeerd met Delphi. De bijgeleverde software van Elektuur was bijzonder beperkt qua mogelijkheden. Zelf een uitgebreider en beter programma maken was de logische stap na het succesvol bouwen van de eerste overvloeier.

Synchronisatie met de muziek mogelijk op vier manieren:
  • Op de PC-klok
  • Op de CD
  • Op een WAV-bestand op de harde schijf
  • Op cassette

 

 
 

Screenshot

 
  Klik op onderstaande screendump voor een vergroting in een apart window
 
 
 

Inleiding tot de software

 
 

Het DiAV software-systeem is overzichtelijk opgebouwd. Alle functies nodig voor het weergeven van een diashow passen overzichtelijk weergegeven op één scherm. Bij het ontwikkelen van een diapresentatie zijn diverse hulpfuncties op te roepen vanuit het hoofdmenu bovenaan.

Globaal onderscheiden we de volgende onderdelen:

  • Links vinden we de module die de toestand van het overvloeisysteem weergeeft: lampsterkte en dianummer van de diaprojectoren, tijd van de PC- en CD-klok,.... enz.
  • Rechts hebben we de voornaamste module, die waar we de diareportage ingeven en bewerken, de editor. Sterk vereenvoudigd kunnen we stellen dat we hier de tijd van een bepaalde gebeurtenis ingeven, en vervolgens omschrijven wat er op dat moment moet gebeuren. Per gebeurtenis is tevens een commentaarveld is voorzien.
  • Bovenaan vinden we het hoofdmenu, met een knoppenbalk eronder. Hier stellen we bv. in welke overvloeier we willen gebruiken, kunnen we bestanden laden en bewaren, kunnen we een "standaardshow" tussenvoegen of invoegen aan het einde van een show. Ook zijn er handigheidjes als een "schermcalculator", die de relatie tussen de gebruikte lens, de schermgrootte en de projectie-afstand berekent, of de "tijdscalculator", die seconden en minuten optelt.
  • Onderaan vinden we de programma indicatiebalk. Hier staan de functietoetsen voor het opstarten, pauzeren en onderbreken van een diaserie. Ook vinden we er de volumeregeling van de geluidskaart en de locatie en naam van het huidige geladen diaserie-bestand. Helemaal linksonder vinden we de functieomschrijving van de knoppen onder de huidige lokatie van de muisaanwijzer.
 
 

De kolommen van de editor

 

A. De synchro-kolom

Synchro-event
Geldige waarden: "nil" – "X" – "!"
Dit veld blijft normaal gezien altijd leeg ("nil"). Er zijn twee mogelijkheden die afwijken van "nil".

De "X"-waarde is voorzien voor X-synchro, maar dit is nog niet geïmplementeerd en overbodig bij gebruik van Cooledit.
"!" wil zeggen dat men de tijd van dit veld "blokkeert".
Het veld na het synchro-event is het tijdsveld en bij het ontwikkelen van een serie kan men door dit laatste aan te klikken met de rechtermuistoets die tijd en alle tijden in velden die erna komen met een bepaalde tijdsduur verlagen of verhogen. Als er echter een "geblokkeerd" veld in de database zit, dan stopt deze aanpassing bij dit veld.

Handig om bepaalde goedgesynchroniseerde gebeurtenissen in de serie te beschermen, bv. een snelle, dramatische overvloei bij een trommelslag.

B. De tijd-kolom

Tijd (ogenblik van) instructie
Geldige waarden: 00:00:0 tot 99:99:9
Dit veld geeft de tijd weer waarop men een bepaalde gebeurtenis in de serie wil uitvoeren.
De maximale duur van een serie is 99 minuten 99 seconden 9 tienden van een seconde.
AANRADER: geef voor de eerste tijd MINIMAAL 00:02:0 in, gezien de 2 seconden pauze die standaard zijn voor elke geluidsCD.

Door op de rechtermuisknop te drukken krijgt men een popup-venster te zien waar men een tijd kan uitkiezen waarmee de actuele tijd kan verminderd of vermeerderd worden.



Dit is een verzameling van een aantal afgeronde tijden, andere tijdswijzigingen voert men het best uit door ze gewoon als dusdanig in te typen.

C. De #1-kolom

Tijd (duur of aantal) parameter
Geldige waarden: (theoretisch) -32768 tem +32767
In de praktijk zullen in dit veld bijna altijd gehele getallen tussen de 0 en de 10 staan.
In dit veld geeft men de tijdsduur aan die de projectorinstructie (volgende veld) in beslag neemt, in seconden.
Het is niet zinvol de mogelijkheid te voorzien tot het invoeren van delen van seconden (bijvoorbeeld 5.5 seconden).
Denk bijvoorbeeld maar aan de nagloeitijd van een lamp.
Voor ogenblikkelijke overgangen gebruikt men ofwel een FADE 0 of (best voor tragere PCs) een FLASH
In het geval die instructie een TWINK (twinkle) betreft, wordt in dit veld het aantal keren dat de lamp aan en uitflitst aangegeven. Dit mag een even of oneven waarde zijn.

D. De instructie kolom

Instructie voor de projector
Geldige waarden: FADE – FLASH – TWINK – INIT – END – TRANS – AUXON – AUXOFF
  • FADE is de meest gebruikte instructie in een diashow, het vloeit het beeld (beelden) van een of meerdere projectoren in of uit. In combinatie met de tijd- en lampsterktevelden zijn zeer veel verschillende effecten mogelijk.
  • FLASH is een variant op FADE, het beeld wordt hier ogenblikkelijk op het scherm gezet of weggehaald. Dit gebeurt door de projector niet geleidelijk aan naar een bepaalde lampsterkte te laten evolueren, maar door rechtstreeks naar die lampsterkte te schakelen. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk een FLASH naar bv. 50% lampsterkte uit te voeren.
  • TWINK is een repetitieve FLASH. In het #1 veld geeft men het aantal keer aan dat men de projector van 0 naar een bepaalde waarde (meestal 100%) wil laten gaan. TWINK eindigt altijd met een met een donker veld (lamp uit). Goed te gebruiken om bv. een bliksemeffect te bekomen.
  • INIT moet de eerste instructie zijn in ELKE diareportage. Het zet alle tellers, lampen en functies terug op nul.
  • END moet de laatste instructie zijn in ELKE diareportage. Het stopt de CD of WAVE file die afspeelt en schakelt de lampen van alle diaprojectors uit.
  • TRANS wordt gebruikt om een positie in de dialader vooruit of terug te gaan zonder dat men de lampfunctie van de diaprojectoren aanspreekt.
  • AUXON en AUXOFF worden gebruikt om de relais van de midilight-overvloeier aan te sturen.

E. %A %B %C %D - kolommen

Lampsterkte projectoren
Geldige waarden: 0 tot 100
Deze waarden worden uitgedrukt in % (procent) van de totaal mogelijke lampsterkte.
De rechtermuisknop geeft als mogelijkheden 0, 50 en 100 procent.
Opmerking: als men een reeks ontwikkelt in de huiskamer met f2.8 90mm lenzen weet dan dat bv. 50% lampsterkte bij projectie in een grote zaal met f3.5 150mm lenzen een stuk donkerder indruk zal geven. Best is hiermee rekening te houden en op voorhand even uit te testen ofwel "iets meer te geven".

F. a b c d - kolommen

Transportfunctie projectoren
Geldige waarden: F, B, nil, X
Hiermee wordt de diatransportfunctie van de projectoren aangestuurd (klik rechtermuistoets voor overzicht van alle functies)
F = Forward = vooruit (doorschakelen naar volgende dia)
B = Backward = achteruit (terugschakelen naar vorige dia)
nil = geen actie te ondernemen voor deze projector.
X = keuze van de vier relais bij de instructies AUXON en AUXOFF.

G. Commentaar - kolom

Commentaarveld
Geldige waarden: Al dan niet ASCII karakters tot een maximum aantal van 32.
Hier kan men commentaar ingeven bij de dia die door deze functie op het scherm wordt getoond. Dit veld dient niet te worden ingevuld, maar het wordt sterk aangeraden dit wel te doen, wil men een goed overzicht op de reeks behouden.